Samenvatting
AMMAR, de Vereniging van sekswerkers in Argentinië, zet zich sinds 1994 in om het politiegeweld tegen sekswerkers in het land te verminderen. Gezien het geweld dat sekswerkers te verduren krijgen van de handhavingsdiensten, bedacht AMMAR een intern bemiddelingsmechanisme om conflicten tussen haar leden op te lossen zonder een beroep te doen op de politie. Op deze manier wilde AMMAR voorkomen dat de hulp van handhavingsinstaties het belangrijkste middel zou zijn om problemen op te lossen en zo het geweld voorkomen dat ontstaat bij contacten tussen ordehandhavers en sekswerkers in het hele land. Dit artikel vertelt hoe deze vorm van bemiddeling is ontstaan als alternatief voor politiestrategieën en geeft een beschrijving van de werkwijze en de belemmeringen waarmee AMMAR in de loop der tijd is geconfronteerd bij de uitvoering. Bovendien gaat het artikel in op de positieve aspecten van de maatregel om mechanismen te ontwerpen waarbij geen handhavingsinstanties betrokken zijn om de problemen van sekswerkers aan te pakken.
Voorwoord
“La Patria es la otra” betekent letterlijk “de natie is de ander” (in de vrouwelijke vorm). Het is een politieke uitdrukking in Argentinië die betekent dat een land zonder anderen niet kan bestaan. AMMAR speelt met de collectieve connotaties om het belang te benadrukken van sekswerkers die voor elkaar zorgen.
Vertrekpunt: interne bemiddeling tijdens de pandemie om verdere institutionele geweld te voorkomen
Tijdens de verplichte lockdown van Argentinië in maart 2020 kregen twee sekswerkers, N en J, ruzie omdat de een de uren van de ander niet had gerespecteerd op de hoek die ze deelden. De ruzie mondde uit in een vuistgevecht dat op camera werd vastgelegd. Het door een buurman opgenomen filmpje werd snel gedeeld op veel berichtenplatforms en ging viraal op sociale media. Dit leidde tot ernstige intimidatie van N, die haatberichten tegen haar en haar familie ontving. J voelde zich ook erg aangetast door de hoeveelheid publiciteit die dit incident met zich meebracht. Ze zag zichzelf in beelden die werden verspreid en ontving ongevraagde opmerkingen van vreemden.
De strikte lockdown tijdens de Covid-19 pandemie beperkte de aanwezigheid en het verkeer van mensen buiten enorm. Dit trof vooral straatverkopers, werkers in de volkseconomie en eigenlijk iedereen die op straat zijn brood verdiende, inclusief sekswerkers.
In veel gevallen ging de onmogelijkheid om te werken gepaard met de escalatie van institutioneel geweld met uitgebreide politiecontroles, waarvan vooral travesti-transpersonen en migrantensekswerkers het slachtoffer werden. Uit een enquête van AMMAR bleek dat, in lijn met een historisch problematische relatie met de handhavingsinstanties, tussen juni en oktober 2020 ten minste 20% van de ondervraagde sekswerkers tijdens de pandemie het slachtoffer was geworden van institutioneel geweld.1AMMAR, PUTXS DATOS: Trabajo Sexual y pandemia en Argentina. Perfil sociodemográfico de trabajadorxs sexuales alcanzadxs por AMMAR (“GEGEVENS OVER PROSTITUTIE: Sekswerk en de pandemie in Argentinië. Sociodemografisch profiel van sekswerkers bereikt door AMMAR”), december 2020. Zie: https://www.ammar.org.ar/IMG/pdf/informe_putxs_datos_trabajo_sexual_y_pandemia_en_arg-2.pdf
Tegen deze achtergrond diende het conflict tussen N en J als een trigger voor AMMAR om andere probleemoplossende mechanismen te bedenken die werkers konden gebruiken.
AMMAR die zich geconfronteerd zag met deze situatie, tijdens een week waarin de beperkingen op het personenverkeer werden uitgebreid tot de nachtelijke uren, begon na te denken over manieren om de werktijden van collega’s te organiseren zodat degenen die de nachtploeg werkten niet al te hard getroffen zouden worden. Tijdens een vergadering werd besloten dat ze de middagdiensten tijdelijk zouden delen met collega’s die in hetzelfde gebied werkten. In die vergadering werd een reeks afspraken2Zie foto aan het eind van dit artikel. gemaakt om wederzijds respect aan te moedigen en nieuwe conflicten zoals tussen N en J te vermijden. Op die manier dienden deze situaties als een stimulans voor AMMAR om na te denken over nieuwe mogelijke manieren om problemen tussen collega’s op te lossen.
Legaliteit van sekswerk versus politieke beoordelingsvrijheid
In Argentinië staat de autonome praktijk van sekswerk in het nationale wetboek van strafrecht niet geclassificeerd als een misdrijf. Een aantal wetten, zoals de Wet op de Mensenhandel, is echter wel van invloed op mensen die sekswerk verrichten en wordt vaak gebruikt om hen te criminaliseren.3Om meer te lezen over dit regelgevend kader, zie AMMAR, “Informe nacional situación de DDHH de las mujeres trabajadoras sexuales en Argentina: Una mirada hacia la relación entre las fuerzas de seguridad y las trabajadoras sexuales en nuestro país” (“Nationaal Rapport over de Mensenrechtensituatie van Vrouwelijke Sekswerkers in Argentinië: Een blik op de relatie tussen handhavingsinstanties en sekswerkers in ons land”), 2017 (pagina’s 3 tot 7): http://www.ammar.org.ar/IMG/pdf/informe-nac.-ddhh-ammar-.pdf De Codes van overtredingen van verschillende Argentijnse provincies bevatten nog steeds artikelen die bijdragen aan het strafbaar stellen van sommige gedragingen door middel van dubbelzinnige terminologie zoals “inbreuk op de goede zeden”, “schandalige” of “ogenschijnlijke” prostitutie.4INECIP, El trabajo sexual en los códigos contravencionales y de faltas de Argentina (“Sekswerk in de Argentijnse wetboeken van overtredingen en lichte overtredingen”), juni 2013. Zie: https://inecip.org/wp-content/uploads/El-trabajo-sexual-en-los-c%C3%B3digos-contravencionales-y-de-faltas-en-Argentina.pdf Degenen die deze termen toepassen en uiteindelijk beslissen welk gedrag strafbaar is, zijn de ordehandhavers.
De discretionaire macht die wordt uitgeoefend om het gebruik van openbare en privéruimtes waar sekswerkers hun activiteiten uitoefenen te controleren, stelt hen bloot aan het geweld dat hun relatie met handhavingssinstellingen altijd heeft gekenmerkt. Het komt vaak voor dat politieagenten zich tijdens deze controles discriminerend uitlaten tegenover sekswerkers, fysiek en seksueel geweld tegen hen gebruiken, hen onderwerpen aan steekpenningen en afpersing of ergerlijke en ongegronde fouilleeracties, en misbruik maken van hun autoriteit. Een van deze zorgwekkend vaak voorkomende misstanden is dat sekswerkers gedwongen worden om documenten te ondertekenen, zelfs als ze niet de kans hebben gehad om ze te lezen, en dat ze geen kopieën van dergelijke documenten ontvangen om te weten te komen of er gerechtelijke stappen tegen hen zijn ondernomen.5AMMAR, “Informe nacional situación de DDHH de las mujeres trabajadoras sexuales en Argentina: Una mirada hacia la relación entre las fuerzas de seguridad y las trabajadoras sexuales en nuestro país” ” (“Nationaal Rapport over de Mensenrechtensituatie van Vrouwelijke Sekswerkers in Argentinië: Een blik op de relatie tussen handhavingsinstanties en sekswerkers in ons land”), 2017. Zie: https://www.ammar.org.ar/IMG/pdf/informe-nac.-ddhh-ammar-.pdf.
Deze willekeurige arrestaties vinden niet alleen plaats tijdens werkuren, maar zelfs wanneer de werkers in hun buurt wandelen, winkelen of een andere activiteit uitoefenen. Het institutionele geweld waaronder sekswerkers te lijden hebben, dringt door in alle aspecten van hun werk en dagelijks leven. Als gevolg hiervan groeit het wantrouwen ten opzichte van de handhavingsdiensten en uit dit zich ook in de houding ten opzichte van de rechterlijke macht.
Binnen deze context werkt AMMAR al sinds 1994 aan het terugdringen van politiegeweld tegen sekswerkers in Argentinië. Als onderdeel van deze langdurige strijd beschrijven we in dit artikel de oprichting en voortgang van een initiatief van AMMAR in de meest conflictueuze gebieden van de autonome stad Buenos Aires om conflicten tussen twee of meer leden van de Vereniging op te lossen en zo te voorkomen dat een beroep wordt gedaan op de politie als mechanisme om geschillen op te lossen.
Implementatie en uitbreiding van de verzoeningsbijeenkomsten van AMMAR
De episode tussen N en J maakte de gevolgen van conflicten duidelijk en motiveerde AMMAR om een manier te vinden om conflicten op te lossen zonder het geweld te doen toenemen door een beroep te doen op de politie. Uitgaande van het idee dat het inschakelen van handhavingsinstanties voor sekswerkers geen veilige strategie is om problemen op te lossen, maar eerder bestaande conflicten verergert, bedacht AMMAR een initiatief voor interne conflictbeheersing.
Afgevaardigden van AMMAR bespraken samen met collega’s de gevolgen van wat er was gebeurd tussen J en N. De twee werkers kwamen naar het hoofdkantoor van AMMAR in Buenos Aires en begonnen een einde te maken aan het conflict door middel van wat later “bemiddelingsbijeenkomsten” of “bemiddelingsgesprekken” werden genoemd. Na het bereiken van een overeenkomst die beiden als rechtvaardig beschouwden, werd de oplossing toegejuicht en zelfs gefotografeerd en vastgelegd in een notulenboek.
Het mechanisme wordt toegepast op een breed scala aan kwesties, zoals geschillen over werktijden of -ruimten, het vaststellen van prijzen en problemen die voortkomen uit het lastigvallen van buren die zich verzetten tegen of bemoeien met de uitoefening van sekswerk op straat. Ook binnen deze procedure behandelen werkers conflicten die voortkomen uit kwesties die te maken hebben met samenwonen, aangezien ze in veel gevallen niet alleen werkplekken delen, maar ook de hotels waarin ze wonen – sommigen zelfs op een gemeenschappelijke manier. Hoewel iedereen misschien voor zijn eigen kamer betaalt, leidt het feit dat ze ruimtes zoals de keuken of de badkamer delen tot een op de gemeenschap gebaseerde manier van leven die soms leidt tot conflicten die juist uit dat samenleven voortkomen.
Naarmate de resultaten van het proces werden gedeeld tussen de verschillende AMMAR-afdelingen, werden andere werkers zich bewust van het mechanisme en begonnen ze er regelmatig om te vragen. Op het moment dat dit artikel wordt geschreven, hebben er al meer dan twintig bemiddelingsbijeenkomsten plaatsgevonden, waarbij de werkingssfeer werd uitgebreid naar nieuwe soorten conflicten zoals economische schulden. De impact van de COVID-19 pandemie op seksueel werk en de informele economie leidde tot conflicten over werk en sociaaleconomische kwetsbaarheid. Als werkers bijvoorbeeld hun eerder overeengekomen werktijden in een bepaald gebied verlengden omdat ze meer inkomen nodig hadden, veroorzaakte dat conflicten met degenen die in de volgende dienst in hetzelfde gebied werkten.
Werkwijze
De eerste stap in een bemiddelingsbijeenkomst is het plannen van een formele afspraak. Gewoonlijk wordt deze kennisgeving gedaan met het officiële briefhoofd van de Vereniging en ondertekend door de landelijke algemeen secretaris en/of advocaat. De bijeenkomsten hebben gedeeltelijk de vorm van een gerechtelijke procedure: een advocaat begeleidt de procedure en elk van de bij het conflict betrokken partijen kan een getuige oproepen om een verklaring van drie minuten af te leggen. Elke betrokken partij mag ook een getuigenis van vijf minuten afleggen waarin ze hun argumenten naar voren kunnen brengen. De rol van de advocaat is niet om mogelijke oplossingen voor te stellen, maar om de vergadering te begeleiden, de uitwisseling tussen de twee partijen te vergemakkelijken en hen te vragen wat volgens hen de beste oplossing is voor het probleem of hoe ze willen dat AMMAR tussenbeide komt om het conflict op te lossen.
Dit alles wordt vastgelegd in het notulenboek op het hoofdkantoor van AMMAR. De notulen van de vergadering worden ondertekend door de aanwezigen. Soms nemen rechtenstudenten van de Universiteit van Buenos Aires die stage lopen in “la Casa Roja” van AMMAR deel aan de bemiddelingen. Voor AMMAR is dit belangrijk omdat het specifieke training versterkt over onderwerpen die naast het klassikale perspectief op de Universiteit, de studenten nu een levensechte benadering voorlegt van de problemen waarmee sekswerkers te maken hebben.
De zoneafgevaardigden van het gebied waar het voorval heeft plaatsgevonden, zijn meestal ook aanwezig bij de vergaderingen. Zij moeten er dan op toezien dat de afspraken worden nageleefd. Zowel de betrokken personen als de afgevaardigden kunnen mogelijke oplossingen of opties aandragen om de aangerichte schade te herstellen; een van de partijen kan bijvoorbeeld toezeggen een gestolen voorwerp terug te geven of de geldwaarde ervan te vergoeden. Tot slot leest de advocaat de notulen voor en vraagt hij beide partijen of ze tevreden zijn met de resolutie.
In gevallen waar het conflict sterke emoties zoals woede of verdriet naar boven brengt, zal AMMAR voorstellen om de bemiddelingsbijeenkomst enkele dagen uit te stellen om ervoor te zorgen dat de deelnemende werkers niet in een gemoedstoestand naar de bijeenkomst komen die de inspanningen om tot een wederzijds akkoord te komen zou kunnen frustreren. AMMAR heeft deze gelegenheden ook gebruikt om breder na te denken over wat er is gebeurd, ook met andere werkers, met als doel dat dit mechanisme ook kan dienen als een instrument om toekomstige conflicten te voorkomen.
Als de gemaakte afspraken niet worden nagekomen, worden de betrokkenen opnieuw opgeroepen voor een herziening van het bemiddelingsproces, hoewel dit niet vaak gebeurt. In die gevallen krijgt de getroffen partij de nodige informatie om desgewenst een formele rechtszaak aan te spannen en wordt deze geïnformeerd over zijn recht om een klacht in te dienen om geweldsituaties te melden. AMMAR moedigt dit middel echter niet aan, omdat ze van mening is dat de rechterlijke macht verantwoordelijk is voor veel schendingen van de rechten van sekswerkers, en dit zou kunnen uitmonden in een revictimiserende ervaring die niet zal leiden tot herstel.
Dit gebeurde in één geval toen een werker klaagde dat een ander haar een dagvergoeding vroeg om op een bepaalde hoek te mogen werken. De rechterlijke macht zou deze situatie behandelen als “pooierovertreding”, terwijl AMMAR het opvatte als een overlevingstactiek voor vrouwen die, over het algemeen vanwege hun leeftijd, buiten het sekswerk vallen, waardoor elke hoek een aanzienlijke waarde heeft. In dit geval konden de twee collega’s geen overeenkomst bereiken via bemiddeling. AMMAR probeerde via subsidies een andere vorm van inkomsten te verkrijgen voor de werker die met economische problemen te kampen had, maar toen ze merkte dat ze gewelddadig bleef, besloten ze om het indienen van een klacht bij de openbare aanklager te ondersteunen. Zowel in de gevallen waarin bemiddeling werkt als in de gevallen waarin dat niet het geval is, biedt AMMAR een genuanceerd perspectief om ervoor te zorgen dat beslissingen niet gereduceerd worden tot bestraffende antwoorden.
Pluspunten en uitdagingen van bemiddelingsbijeenkomsten
AMMAR is op een aantal hindernissen gestuit bij haar pogingen om het bemiddelingsmechanisme te implementeren en te diversifiëren. Het grootste obstakel is het gebrek aan vertrouwen in het idee van “gerechtigheid” voor diegenen die dagelijks het slachtoffer zijn van misbruik door de instanties die deel uitmaken van het strafrechtsysteem. Voor veel sekswerkers is gerechtigheid een ver ideaal dat ze nooit aan den lijve hebben ondervonden; ze geloven dat het voorbehouden is aan bevoorrechte personen en dat ze nooit de genoegdoening zullen krijgen die ze zoeken via het mechanisme. Het ongeloof dat de andere partij zich daadwerkelijk aan de overeenkomst zal houden wakkert hun woed verder aan vanwege de schade die ze lijden en voedt de cyclus van geweld en wantrouwen in het gebruik van het mechanisme.
AMMAR heeft echter opgemerkt dat het mechanisme mensen in staat stelt om een conflict op te lossen met een gevoel van genoegdoening dat ze niet krijgen wanneer ze in contact komen met de politie of wanneer ze op zoek gaan naar wraak, wat ze eerder als een oplossing voor hun problemen zagen. Deze eerdere vormen van conflictoplossing hebben hun situatie niet verbeterd en hebben hen niet in staat gesteld om genoegdoening te krijgen..
Bovendien stelt het bemiddelingsmechanisme hen in staat om zich de conflicten eigen te maken. De politieagent die ter plaatse komt om tussenbeide te komen in een conflict is zich niet bewust van de situatie waarin de sekswerkers zich bevinden zoals een college-sekswerker dat kan zijn. Bovendien zijn de gerechtelijke autoriteiten die een geschil beslechten zich niet bewust van de rechten van sekswerkers en oefenen ze zelfs geweld tegen hen uit.
Bemiddelingsbijeenkomsten zijn ook nog eens veel sneller dan de gerechtelijke termijnen. Tegen de tijd dat de gerechtelijke instanties tot een oplossing komen, is in de meeste gevallen de situatie van de betrokkenen al veranderd met betrekking tot het conflict. Vaak komt de reactie van de staat te laat.
Naarmate het bereik van het mechanisme groter werd en steeds meer succesvolle zaken opleverde, is er een verandering opgetreden in de manier waarop de partijen zelf tegen hun conflicten en oplossingen aankijken. Zij zijn degenen die nu bemiddelingsbijeenkomsten voorstellen als een manier om problemen op te lossen, in plaats van bij te dragen aan het viraal gaan van vernederende video’s of foto’s en het toejuichen van haatzaaiende taal tegen andere collega’s. In die zin dient het mechanisme als een manier om discriminerende houdingen bij collega’s te verzachten. Het mechanisme wordt nu aangevuld met andere diensten die AMMAR aanbiedt; een partij kan bijvoorbeeld voorstellen dat de andere partij psychologische counselingsessies bijwoont op het landelijke hoofdkantoor als onderdeel van de overeenkomst.
Korte slotopmerkingen
In dit artikel beschrijven we de “bemiddelingsbijeenkomsten” die AMMAR organiseert om conflicten tussen sekswerkers intern op te lossen, met als doel te voorkomen dat een beroep moet worden gedaan op het strafrecht. Bij het analyseren van het mechanisme wordt duidelijk dat conflicten divers zijn, net als de overeenkomsten die de betrokken partijen bereiken: de genoegdoening die wordt gevraagd varieert sterk, van een eenvoudige verontschuldiging tot een verandering in de werkverdeling of economische vergoeding. Waarom zou dan één enkele instelling, zoals de politie, bevoegd zijn om zulke verschillende conflicten op te lossen? In feite heeft de aard van de conflicten die door het mechanisme worden gedekt geen betrekking op veiligheid, maar op het samenleven op het werk, of op financiële of persoonlijke kwesties.
Voor AMMAR is het recht een terrein dat zich niet zou moeten concentreren op bestraffende antwoorden, maar dat zich zou moeten bezighouden met een klassenperspectief dat armoede niet criminaliseert. Het mechanisme dat AMMAR in gang heeft gezet, biedt mogelijkheden om een specifiek conflict te overstijgen en in plaats daarvan begrippen als wraak, “escraches” (publieke beschimpingen) en punitivisme te nuanceren. Deze ervaring toont duidelijk de pluspunten van het oplossen van verschillende soorten conflicten door het versterken van collectieve organisatie en solidariteit in plaats van “een lesje te leren” door wraak of een strafrechtelijke reactie.
De 10 overeenkomsten die tot stand kwamen in het kader van de bemiddelingsmechanismen leidden tot de volgende poster, die AMMAR op veel plaatsen in de stad Buenos Aires ophangt om de solidariteit tussen sekswerkers te bevorderen wanneer ze mogelijke conflicten moeten oplossen.
1. Respecteer je collega’s. |
2. Respecteer de hoek en de werkgebieden. |
3. Respecteer de werktijden. |
4. Respecteer de vastgestelde prijzen per zone. |
5. Discrimineer je collega’s niet. |
6. Ga naar Casa Roja als er een conflict ontstaat. |
7. Vraag om een bemiddelingsbijeenkomst om problemen op te lossen. |
8. Breng de afgevaardigden van Casa Roja op de hoogte als een collega lijdt onder politiegeweld. |
9. Ga niet naar de politie bij conflicten tussen collega’s. |
10. Zorg voor je werkplek om confrontaties met buren te voorkomen. |
! We sex workers united will never be defeated = Wij sekswerkers samen zullen nooit verslagen worden
“La Patria es la otra” betekent letterlijk “de natie is de ander” (in de vrouwelijke vorm). Het is een politieke uitdrukking in Argentinië die betekent dat een land zonder anderen niet kan bestaan. AMMAR speelt met de collectieve connotaties om het belang te benadrukken van sekswerkers die voor elkaar zorgen.
Endnotes
Bijdragers
Juliana Miranda is socioloog (UBA), gediplomeerd in maatschappelijke organisaties (FLACSO) en masterkandidaat in criminologie (UNL). Ze coördineert momenteel het Internationale Werkteam bij het Centrum voor Juridische en Sociale Studies. Ze is ook docent aan het Universitair Instituut van de Argentijnse Federale Politie en aan de Universiteit van Buenos Aires. Ze is gespecialiseerd in de gebieden veiligheid, geweld en de politiediensten.
Georgina Orellano is een straatprostituee, feministe en activiste voor de rechten van sekswerkers in Argentinië. Ze is sinds maart 2014 de Nationale Secretaris-Generaal van de Vakbond van Sekswerkers van Argentinië (AMMAR) en auteur van het boek Puta feminista. Verhalen van een sekswerker (2022). Haar werk richt zich op het bestrijden van stigma en geweld tegen sekswerkers, en het bevorderen van wettelijke erkenning en arbeidsrechten. Ze heeft nationale en internationale erkenning gekregen voor haar inzet voor sociale rechtvaardigheid en mensenrechten.
Illustratie van Vicky Cuello via femiñetas
Vicky Cuello is een Argentijnse illustrator en ontwerper die al tweeëntwintig jaar in Barcelona woont. Ze heeft samengewerkt aan redactionele projecten voor kinderen, naast het maken van posters en fanzines vanuit het universum van symbolisme en persoonlijke iconografie. Gepubliceerd in femiñetas, Las monjas punk del Tarot (“De punknonnen van de tarot”) was een van haar laatste creaties. In 2021 maakte ze deel uit van een groep stadsartiesten die een muurschildering schilderden voor de #8M in de voormalige La Modelo-gevangenis in Barcelona, in opdracht van de stad als onderdeel van een creatief project van femiñetas in samenwerking met de gemeente. Ze nam ook deel als illustrator en ontwerper aan de campagne van de NGO sexus.org I.T.S Life-Sex.
femiñetas: feminismo en viñetas is een collectief, een geïllustreerd en transoceanisch platform. Het bestaat uit ongeveer 300 illustratoren en schrijvers uit verschillende delen van de wereld die een activistische gemeenschap vormen, verteld in de taal van strips.
Flor Coll is de coördinator en oprichter van femiñetas. Ze is journaliste en afgestudeerd in Sociale Communicatie aan de Nationale Universiteit van Rosario (Argentinië) en heeft een master in Gender en Communicatie van de Autonome Universiteit van Barcelona (Spanje). Na meer dan 15 jaar als journaliste te hebben gewerkt bij radio, tv en gedrukte media in Argentinië, voert ze momenteel gender- en communicatiecampagnes uit voor NGO’s en is ze docent in de Master in Communicatie en Gender aan de Open Universiteit van Barcelona in Spanje (UAB).
In 2020 co-creëerde ze Chamana Comunicación, een adviesbureau gevestigd in Barcelona, waar ze directeur pers en opleiding is.